Regeneratieve landbouw; wat is het en kunnen we hier de wereld mee voeden?

Onder het motto ‘nooit meer honger’ zijn boeren na de Tweede Wereldoorlog gestimuleerd om steeds intensiever te verbouwen met grootschalige monoculturen en megastallen als gevolg. De minister van Landbouw die destijds verantwoordelijk was voor deze omslag in landbouwbeleid, Sicco Mansholt, zag zelf in zijn latere leven in dat het ingeslagen pad niet per se de juiste was. Maar wat is dan wel de juiste weg?

Een nieuw landbouwsysteem waar uitbuiting en vergiftiging van de bodem, natuur en mensen geen onderdeel meer van zijn is iets waar je bijna niet tegen kan zijn. Wel klinken vaak meteen argumenten dat het met zo’n vorm van landbouw niet mogelijk is om de wereld te voeden, of dat het te duur is. Hierbij wordt vergeten dat we eigenlijk een veel te lage prijs voor ons voedsel betalen, als je de ecologische en sociale kosten meerekent. We lijken soms ook te vergeten dat we zelf onderdeel zijn van het ecosysteem wat we, onder andere door het bedrijven van intensieve landbouw, kapot aan het maken zijn. In dit artikel willen we inzoomen op een landbouwvorm die ons ecosysteem niet kapot maakt maar juist herstelt: regeneratieve landbouw.

Het principe van regeneratieve landbouw is niet nieuw, het wordt al eeuwenlang toegepast door inheemse volken. Eigenlijk zit de betekenis al in het woord zelf: regeneratie, ofwel herstel. In de biologie wordt deze term gebruikt wanneer beschadigde delen van een orgaan zichzelf herstellen, zoals bijvoorbeeld de lever dat kan. In de ecologie gaat regeneratie over het vermogen van een ecosysteem om volledig te herstellen van opgelopen schade. Maar regeneratie is ook toe te passen op sociologie. Sociale regeneratie gaat bijvoorbeeld over het herstel van relaties met anderen en met jezelf. Herstel staat dus centraal. Bij regeneratieve landbouw gaat het dan ook over het herstellen van het lokale ecosysteem, waar zowel mensen als dieren onderdeel van zijn.

Door middel van voedselproductie ecologische, sociale en financiële winst genereren: het klinkt misschien te mooi om waar te zijn. Toch gebeurt dit al op verschillende plekken in Nederland. Hoe ziet zo’n boerderij er in de praktijk uit? Op een regeneratieve boerderij word gewerkt met de natuur mee, in plaats van te proberen tegen de natuur in te werken met allerlei chemicaliën en kunstmest. Dat betekent dat er bij elke beslissing wordt nagedacht of de beslissing leidt tot meer of minder leven. Daarbij wordt dan uiteraard de keuze gemaakt voor ‘meer’. Anders gezegd; het faciliteren van leven wordt centraal gesteld in alles wat er op de boerderij gebeurt. Concreet betekent dat bijvoorbeeld dat er zo min mogelijk geld in zaken als gereedschap en gebouwen wordt gestoken, en zo veel mogelijk geld gaat naar levende dingen (planten, zaden, mensen etc.), of dingen die hebben geleefd/weer onderdeel van leven kunnen worden, zoals bijvoorbeeld houtsnippers. Daarnaast richt deze vorm van landbouw zich op het opbouwen van de bodem, in plaats van het uitputten hiervan.

Die bodem kan ons namelijk veel werk uit handen nemen, en ook nog eens veel beter als wij mensen dat kunnen. Zolang de bodem zo min mogelijk verstoord wordt en grotendeels bedekt blijft, zorgt een uitgebreid en ingewikkeld ondergronds netwerk van micro-organismen en schimmels ervoor dat planten precies krijgen wat ze nodig hebben, op het moment dat ze het nodig hebben. Een levende bodem zorgt er ook nog eens voor dat er meer CO2 en water opgeslagen kan worden. Een van de plekken waar deze principes worden toegepast, is de boerderij Bodemzicht in Malden. Hier is een “no-dig marketgarden”, een moestuin waar de grond zo min mogelijk verstoord wordt door de bodem zo veel mogelijk bedekt te houden.

Eigenlijk wordt hier de bodem van een bos geïmiteerd, deze is namelijk vrijwel altijd bedekt met een laag bladeren en wordt niet constant verstoord door landbouwwerktuigen. Op deze boerderij wordt dus voedsel verbouwd, maar eigenlijk is dit maar een klein deel van de oppervlakte van de boerderij. Het grootste stuk land zijn de boeren daadwerkelijke aan het ‘regenereren’. Om dit beter te begrijpen, duiken we in het concept ‘ecologische successie’.

Ecologische successie is een proces waarbij een merkbare verandering van de soortensamenstelling binnen een habitat plaatsvindt. Als je uitgaat van een kaal gebied, zonder planten, begint de successie met een aantal pioniersoorten, waarna, naarmate de successie vordert, het systeem complexer wordt en uiteindelijk uitgroeit tot een bos, ook wel het eindstadium. Een bos is zogenaamd ‘geregenereerd’, zo’n gebied zit vol met leven, zowel boven als onder de grond. In de fases voorafgaand aan een bos, tussen grasland en jong bos in, vindt de grootste stijging in biodiversiteit en aantal individuen per soort plaats.

En meer leven betekent: een herstellend ofwel regenererend ecosysteem. Om zoveel mogelijk regeneratie plaats te laten vinden, wil je dus eigenlijk dat je stuk land in de fases tussen grasland en jong bos blijft. Begrazing door vee is hierbij een belangrijke tool, die bij Bodemzicht dan ook toegepast wordt in de vorm van kippen. Door hun tijdelijke verstoring op telkens een ander stukje grond ontstaat variëteit, die allerlei verschillende vormen van leven uitnodigt. En dat draagt weer bij aan het doel van een regeneratieve boerderij: het faciliteren van leven.

Om nog even terug te komen op dat ‘voeden van de wereld’. Je kan de vraag ook omdraaien; kan reguliere landbouw de wereld voeden? Naar schatting hebben tussen de 702 en 828 miljoen mensen chronisch honger. Dat is bijna 10% van de wereldbevolking. Daarnaast hebben 2,3 miljard mensen te maken met een vorm van voedselonzekerheid, en 3,1 miljard mensen kunnen zich geen gezonde voeding veroorloven (2022, FAO, The State of Food Security and Nutrition in the World). Wat als we ons minder focussen op het voeden van de wereld en meer op het voeden van lokale gemeenschappen? Een van de redenen voor deze hongerproblematiek is namelijk het feit dat het grootste deel van het voedsel niet geproduceerd wordt waar het geconsumeerd wordt (70% van het in Nederland geproduceerde voedsel wordt geëxporteerd). Daarnaast is er veel voedselverspilling door inefficiëntie in de afzetketen. Het is dus niet mogelijk om met regeneratieve landbouw de wereld te voeden, maar ook niet met reguliere landbouw, als we niet minder gaan verspillen en lokaler gaan produceren.

Waarom dan toch voor regeneratieve landbouw kiezen? Dat vat deze quote mooi samen: ‘A regenerative system heals the future, our current system steals the future”.

Auteur: Naomi Kroon, Adviseur Duurzaamheid

Regeneratieve landbouw; wat is het en kunnen we hier de wereld mee voeden?