Een land met overal water, maar toch een drinkwatertekort?

Om te snappen hoe een drinkwatertekort mogelijk is in Nederland, ondanks dat we zoveel water om ons heen hebben, moeten we eerst snappen hoe waterwinning in Nederland werkt. Niet al het water kan namelijk zomaar drinkwater worden.

Momenteel komt 35% van ons drinkwater uit oppervlaktebronnen zoals meren en rivieren. Er komen verschillende uitdagingen kijken bij het winnen van water uit deze bronnen. In de afgelopen twintig jaar is het moeilijker geworden om drinkwater te maken van water uit de Rijn, onze grootste rivier, omdat dit water steeds meer chemische stoffen bevat, zoals medicijnresten en microplastic. Daardoor wordt het zuiveren van water steeds duurder.

Ook zitten er grenzen aan de hoeveelheid water die we kunnen halen uit onze rivieren. Als we meer water gaan winnen uit rivieren zal dit gevolgen hebben voor omliggende bedrijven en natuur. Zo zijn akkerbouwers afhankelijk van oppervlaktewater voor hun gewassen en zitten zij momenteel al tegen de werkbare grenzen aan in de zomer. Het onttrekken van meer water kan tevens leiden tot meer droogte in omliggende gebieden, wat een negatieve invloed heeft op omliggende natuur, biodiversiteit en grondkwaliteit. Dit jaar nog zagen we de laagste waterstand in de Maas sinds mensenheugenis, met alle gevolgen voor de transport en handel van dien.

Naast dat we niet zomaar al het zichtbare water kunnen gebruiken als drinkwater, spelen er nog andere factoren die leiden tot een drinkwatertekort. Doordat het droger wordt in ons land neemt de verzilting van de bodem toe. Normaal gesproken wordt zout water in onze bodem naar onder gedrukt door het zoete water bovenin de bodem. Maar als deze bovenste laag zoet water afneemt door droogte, kruipt het zoute water verder omhoog met als gevolg een zoutere bodem en zouter grondwater. Dit is niet alleen een groot probleem voor lokale natuur en bijvoorbeeld boeren die verbouwen op deze grond, maar ook voor ons drinkwater, dat momenteel voor 64% uit grondwater bestaat. Zout uit ons drinkwater filteren is een enorm intensief en duur proces, wat ook de reden is dat we geen drinkwater maken van zeewater. Drinkwaterzuivering wordt met de huidige omstandigheden al steeds duurder. Zo investeerde drinkwaterbedrijf Vitens in 2018 ongeveer 100 miljoen op jaarbasis, in 2024 is de verwachting 200 miljoen, een verdubbeling van kosten in maar zes jaar.

We kunnen dus niet zomaar drinkwater maken van het water dat we om ons heen zien wat uitlegt waarom we, ondanks dat we zoveel water hebben, een tekort kunnen hebben. Maar hoe zit het dan met het drinkwater wat we nu wel al gebruiken?

Het drinkwater dat we consumeren is flink toegenomen; we produceren nu bijna vier keer zo veel als in 1950. Niet alleen de vraag van huishoudens nam toe, maar ook die van industrie en bedrijven. Onze huidige infrastructuur van water is niet ingericht op deze hoge vraag, met name tijdens pieklevering in de zomer. Dit resulteert nu al in watertekorten. Zo zien we in Limburg al een jaarlijks verbod op tuinbesproeiing om gebruik in te dimmen. De verwachting is dat, met de toenemende klimaatverandering komende jaren, de neerslag onvoorspelbaarder zal worden en droogte langer zal duren waardoor verzilting verder toeneemt. Deze factoren in combinatie met een gegroeide vraag naar water leidt tot een groter drinkwatertekort. Daarom is het belangrijk dat we investeren in betere waterzuiveringstechnologieën, maar óók tijd en middelen investeren in het besparen van drinkwater binnen huishoudens en bedrijven.

De afgelopen tien jaar zijn er al maatregelen genomen om water te besparen. We zullen ons verbruik echter nog verder terug moeten dringen om toekomstig watertekort te voorkomen. Zo zouden huishoudens en bedrijven zelf regenwater kunnen opvangen om hun toiletten mee door te spoelen of de tuin mee te besproeien in droge tijden. Zelfs kinderzwembaden kunnen we op deze manier vullen met regenwater. Ook kunnen we, als we de douche warm laten worden, het koude water opvangen, bijvoorbeeld om onze planten mee water te geven. We kunnen efficiëntere vaatwasmachines, wasmachines en douchekoppen aanschaffen om ons eigen gebruik terug te dringen. In ons dagelijks leven kunnen we de consumptie van dierlijke producten terugdringen gezien de productie hiervan veel oppervlaktewater gebruikt. Het besparen van oppervlaktewater biedt waterinstanties meer ruimte om drinkwater te winnen. Als laatste doen we er goed aan om meer groen aan te planten. Planten zorgen ervoor dat water beter wordt vastgehouden in de bodem. Hierdoor hoeven we onze tuinen minder te besproeien en zal de grond bestendiger zijn tegen lange droogte. Ook spoelt er minder water weg naar de oceaan en wordt de laag zoetwater in de bodem ondersteund en aangevuld.

Door water te besparen kunnen we verdere drinkwaterschaarste voorkomen. Ben je geïnteresseerd hoe jouw organisatie zijn water-footprint kan verkleinen? De adviseurs van Triple helpen je graag!

Auteur: Anne Vilé, Adviseur Duurzaamheid

Een land met overal water, maar toch een drinkwatertekort?